dinsdag 27 juni 2017

Op de rug gezien

1678 augustus 11, Nijmegen

In mijn laatste column voor Gen. wil ik stilstaan bij mijn eerste schreden op het pad van de familiegeschiedenis. Ergens begin jaren tachtig kreeg mijn vader een reproductie van een ets cadeau van zijn jongere broer, die in Nijmegen had gestudeerd en geheel toevallig ook mijn leraar aardrijkskunde was op de middelbare school. Op die ets staan een twintigtal heren uit de Pruikentijd. Zij zijn allemaal min of meer frontaal afgebeeld op één na, die een tekst voorleest. Het betref de ets Het sluiten van de vrede van Nijmegen, 11 augustus 1678 van Jan Luyken. Bij een aantal figuren staan nummertjes en in een onderschrift worden deze van namen voorzien: 1. Den Heer Straatman, 2. Den Heer Colbert, 3. Den Graaf van Estrades, et cetera.


De prent was aanleiding voor een hoop vragen. Wie was die Straatman, wat deed hij daar en is hij familie? Als historicus in spe was het natuurlijk mijn eer te na om daar geen antwoord op te kunnen geven.

De eerste twee vragen wist ik al snel te beantwoorden. Theodor Althet Hendrick Straetman (1637-1693) was carrièrediplomaat uit een Gelders-Kleefse familie die het schopte tot Hofkanzler van keizer Leopold I in Wenen en door hem tot Rijksgraaf werd verheven. De Nederlandse Straatmannen kunnen niet van hem afstammen omdat zijn tak begin achttiende eeuw alweer uitstierf, maar de naam leeft nog voort in die van de Fürsten von Batthyány-Strattmann.

Met de laatste vraag ben ik nog steeds bezig. Volgens het meest waarschijnlijke scenario is er een familieband en splitsten zijn en mijn tak zich ergens aan het eind van de vijftiende eeuw. Het kan nog vele jaren duren eer ik dat verhaal helemaal rond heb. Er moet natuurlijk ook een uitdaging overblijven. Overigens is op de ets van Jan Luyken ‘Den Heer Straatman’ nu juist de enige afgebeelde persoon die de toeschouwer op de rug ziet. Je ziet wel de context, maar de hoofdpersoon heeft geen gezicht. Een prachtige metafoor voor de puzzel die familiegeschiedenis is. 

Dit verhaal verscheen in juni 2017 als column in het tijdschrift Gen.magazine van het CBG.  

Bronnen:
- Website Geheugen van Nederland
- Wikipedia over Vrede van Nijmegen
- Huis van de Nijmeegse geschiedenis over Vrede van Nijmegen  
- Wikipedia over Jan Luyken (1649-1712)
- Zie ook de eerdere Blog-bijdragen over Graaf Straetman 

donderdag 9 maart 2017

Opa am Tatort

1931, Putbroek

Als kleine jongen logeerde ik regelmatig bij mijn opa in Valkenburg en dan keken we ’s avonds vaak naar krimi’s op de Duitse tv, zoals Der Kommissar en Derrick. Maar met geen woord repte hij ooit over een waar Tatortavontuur dat hij zelf had meegemaakt.


In de bossen bij de Nederlands-Duitse grens in de huidige gemeente Echt-Susteren in Limburg werd in de crisisjaren voor de oorlog behoorlijk veel gestroopt. Voor de lokale bevolking was dit deels een traditionele gewoonte en deels noodzaak om het karige crisisdieet aan te vullen. De eigenaar van de bossen was dit een doorn in het oog. Om het stropen tegen te gaan nam hij een jachtopziener in dienst. Drie jonge mannen uit het buurtschap Putbroek die in de nacht van 27 op 28 november 1931 uit stropen waren gegaan, bleken de volgende ochtend niet teruggekeerd. Verschillende omwonenden hadden wel schoten gehoord. De veldwachters werden ingeschakeld en met de hulp van enkele nabij gelegerde marechaussees werden de bossen in de omgeving waarvandaan de schoten waren gehoord uitgekamd. Na een langdurige zoektocht werd een zorgvuldig gecamoufleerde dichtgegooide kuil gevonden, waarin men de vermisten aantrof. Ze waren van dichtbij doodgeschoten. 

Opa (rechts) in Scheveningen.

Een van de marechaussees die het onderzoek mede had geleid, getuigde later voor de rechtbank dat hij wel tien keer over de dichtgegooide kuil was gelopen voordat hij merkte dat er iets aan de hand was. Van en naar de kuil werd een spoor gevonden, een schoenafdruk die overeenkwam met de zolen van de schoenen van de zoon van de jachtopziener.

De jachtopziener bleek uiteindelijk de moordende dader en diens zoon de medeplichtige. Later werd bovendien duidelijk dat de jachtopziener ook nog schuldig was aan een vierde moord, enkele maanden eerder. Het nieuws over het zogenaamde ‘Drama van Putbroek’ en de juridische nasleep haalde de kranten in heel Nederland en zelfs het buitenland tot in Amerika aan toe vanwege de koelbloedige gruwelijkheid. Aan de Annendaalderweg in Putbroek staat een Moordkruis ter herinnering. 
De oplettende marechaussee die in het bos de kuil met de slachtoffers vond was mijn opa Jan Straatman (1903-1981). ‘Harry, hol schon mal den Wagen!’

Bovenstaand verhaal verscheen in maart 2017 eveneens als column in het tijdschrift Gen.magazine van het CBG, onder de titel 'Plaats delict Putbroek'.


Het Drama van Putbroek had een enorme maatschappelijke impact. Niet alleen wijdden kranten in binnen- en buitenland er lange artikelen aan, ook de populaire cultuur ging er mee aan de slag. Er werden verschillende liedteksten over geschreven. De liedteksten werden door straatverkopers aan de man gebracht. Een paar van die liedteksten is opgenomen in het digitale Geheugen van Nederland.



Ten minste één ervan is in 1932 ook op de plaat gezet door Kees Pruis:





Bronnen:
- Website Dodenakkers.nl 
- Wikipedia 
- Leidsch Dagblad van 23 aug. 1932, waarin getuige J. Straatman wordt opgevoerd
- Website Bidprentjes.nl
- Liedtekst 1, Geheugen van Nederland 1 
- Liedtekst 2, Geheugen van Nederland 2
- Liedtekst 3, Geheugen van Nederland 3
- De Moord te Echt, van Kees Pruis, YouTube 

woensdag 7 december 2016

Straetman in de Havikerwaard


1645, Havikerwaard (Rheden)

Al in de vijftiende eeuw woonden enkele van mijn voorouders in de Havikerwaard, een waard in een ruime bocht van de IJssel tussen Rheden en Doesburg. Een jaar of tien geleden deed ik die ontdekking. Natuurlijk wilde ik méér over die voorouders weten. Ik was vooral nieuwsgierig waar zij precies in de Havikswaard hadden gewoond. Ik verdiepte me in de literatuur over de waard, zocht naar naamsvarianten en patroniemen waarachter zij schuil zouden kunnen gaan en lette op de verschillende namen waarmee de Havikerwaard door de eeuwen heen werd aangeduid. Met andere woorden: ik gaf me over aan het gebruikelijke, zeer bewerkelijke en langdurige proces van de middeleeuwse genealogie.  


Het zoeken loonde gelukkig wel. In de loop van de jaren kwam ik te weten dat mijn voorouders land pachtten en ook grond in eigendom hadden, ik kon noteren hoeveel koeien, pinken, paarden en veulens ze in een bepaald jaar hadden, enzovoorts, enzovoorts. Tegelijkertijd leerde ik steeds meer over de geschiedenis van de Havikerwaard. Maar nog steeds wist ik niet waar die boerderij had gestaan. 
Het leek erop dat het raadsel zich nooit zou laten oplossen. Tot ik ergens las dat de IJssel in de loop van de eeuwen verschillende keren haar bedding heeft verlegd. Daardoor begon ik ook oog te krijgen voor aangrenzende waarden. Een van die waarden was de aan de overzijde van de IJssel gelegen Valewaard, die inmiddels door kleiwinning bijna helemaal is verdwenen en de Valeplas wordt genoemd.  

In het Gelders Archief vond ik een oude landkaart van de ‘Voolewerdt’, getekend door de bekende Gelderse cartograaf en landmeter Nicolaes van Geelkercken (ca. 1585-1656). De kaart was in 1645 getekend naar aanleiding van een dispuut tussen verschillende landeigenaren over de aanleg van kribben in de IJssel. Op die kaart was vanuit de Valewaard gezien aan de overkant van de rivier, in de Havikerwaard, een boerderij getekend met het bijschrift Straetman. De les die ik leerde was duidelijk: net zoals rivieren hun bedding wel eens verleggen, is het voor genealogen goed af en toe de bedding van de eigen gedachten eens te verleggen. Lateraal denken kan geweldige vondsten opleveren.

Dit verhaal verscheen oorspronkelijk in december 2016 als column in het tijdschrift Gen.magazine van het CBG onder de titel 'Lateraal denken".

vrijdag 18 november 2016

Oude kaarten als hulp bij onderzoek

Bij onderzoek naar familiegeschiedenis zijn oude kaarten vaak erg welkom. Enerzijds om je een voorstelling te maken van de leefwereld van de mensen die je bestudeert en vertrouwd te raken met geografische werkelijkheid van weleer en de toen gebruikelijke benamingen. Anderzijds zijn oude kaarten vaak geëigend illustratiemateriaal. Veel archieven bieden tegenwoordig online afbeeldingen van oude kaarten en prenten.


Soms is het echter handiger om op één plek een heleboel kaarten bijeen te vinden, zodat je lekker kunt grasduinen en in no-time virtueel van het 17e eeuwse Gelderland naar het 18e eeuwse Amerika kunt reizen.

Twee websites gebruik ik zelf vaak. De ene is de gedigitaliseerde Ryhiner Map Collection van de Universität Bern. Daar vind je 16 duizend verschillende gedigitaliseerde kaarten, stadsplattegronden en topografische afbeeldingen. Ze zijn geografisch georganiseerd. De onderstaand tabel verwijst naar de nummers waaronder het materiaal over een aantal relevante streken is geordend.

België              2901 - 2918, 8607
Nederland           3101 - 3117
Nederland,  steden  3118 - 3120
Rheinland           3001 - 3006
West-Indië          8001 - 8004 
Guyana              7905
New York            7810
Oost-Indië          7403
Ook handig is de commerciële site Geographicus fine antique maps. Via die website kun je oude kaarten kopen. De kaarten uit de voorraad zijn echter ook prachtig gedigitaliseerd en zoombaar. Je moet wel een beetje mazzel hebben dat de voor jou relevante kaart op voorraad is.
Ook de website wildernis.eu biedt in de zogenaamde 'Kaartenkamer' een mooi overzicht van antieke kaarten. 

En wanneer je zelf oude kaarten wil kopen dan kan ik de online-veilingen van Catawiki aanraden. Wekelijks zijn daar speciale cartografie-veilingen. Op maandag voor Nederlandse kaarten en op dinsdag voor buitenlandse kaarten.

Op zoek naar onbekende plaatsnamen


Bij genealogisch onderzoek stuit je regelmatig op plaatsnamen (toponiemen) waarvan je in eerste instantie geen flauw idee hebt waar je ze moet zoeken. Of je denkt het wel te weten en komt er later achter dat je er helemaal naast zat. 



Ook nemen plaatsen toe of af in belang. Een klein gehucht van weleer kan een grote stad zijn geworden (Zoetermeer, Amstelveen, Hoofddorp) en een voormalige buurgemeente hebben overvleugeld. Soms vervallen gemeenten tot buurtschappen. Sommige dorpen worden opgeslokt door steden en de naam vind je dan terug als stadswijk, straatnaam of zelfs helemaal niet meer. Dan hebben we nog verdwenen dorpen (Sint-Catelijne-Buiten-Damme) en verdronken plaatsen. Sommige plaatsnamen komen vaker voor dan je denkt, hetgeen nogal eens tot verwarring leidt. Om nog maar te zwijgen van verschrijvingen, fonetische spelling, vertalingen (Luik / Liège) etc. Met andere woorden, een historische plaatsaanduiding juist interpreteren is niet altijd een abc'tje.

Net als bij familienamen zijn ook plaatsnamen niet onveranderlijk. De spelling wijzigt in de loop van de eeuwen en soms krijgen plaatsen zelfs een nieuwe naam. Denk maar eens aan plaatsen in Oost-Europa die onder de communisten werden genoemd naar vaderlandse helden en later weer hun oorspronkelijke naam terug kregen. Zoals Sint-Petersburg > Leningrad > Sint-Petersburg. Bij het Stadsarchief Amsterdam hadden ze die ervaring ook. De medewerkers kregen veel vragen van bezoekers naar aanleiding van duistere toponiemen. Dat was voor de voormalige gemeentearchivaris Simon Hart aanleiding om een kaartsysteem te maken met aangetroffen oude herkomstbenamingen en de juiste moderne benaming. Hiervan is inmiddels een lijst gemaakt. Die lijst is als PDF te downloaden en telt inmiddels maar liefst 1918 pagina's !!

Uiteraard is geen enkele lijst volledig. Ook niet eentje van bijna 2000 pagina's. Niet in de laatste plaats omdat deze lijst gebaseerd is op de Amsterdamse ervaringen. Aan de andere kant heeft geen enkele stad in Nederland de afgelopen vier á vijf eeuwen zoveel (buitenlandse) migranten opgevangen als Amsterdam.  Als deze lijst je niet helpt resteert altijd nog de speurtocht langs oude kaarten. (Zie vorige bijdrage.)